MIJLPAAL
- Gegevens
- Categorie: Columns
- Geschreven door Piety Veenema
Column van Piety
‘Gefeliciteerd,’ lees ik op de ansichtkaart die ik van de deurmat opraap. ‘Het is tien jaar geleden. Gefeliciteerd met deze mijlpaal.’
Ik draai de kaart om. Een prachtige staalblauwe ijsvogel op een tak. Zijn dolksnavel naar achteren. Mijn lievelingsvogel. Een toepasselijker kaart had mijn oude vriendin - met wie ik ooit in het plattelandsvrouwenbestuur zat - me niet kunnen geven. Een heleboel ijsvogels hebben deze winter in Nederland helaas niet overleefd.
Overleven. Meteen denk ik terug aan zus Janny, die op haar 40ste een knobbeltje in haar borst had. In datzelfde jaar overkwam mij, drie jaar jonger, hetzelfde. Maar zij had de pech en ik het geluk.
Toen ik veertig werd, gaf ik een groot feest. Want voor mij was het niet zo vanzelfsprekend dat ik die mijlpaal bereikte. Het was het laatste feest waar mijn zus bij kon zijn. Op haar 43ste stierf ze.
Wéér een mijlpaal was voor mij de herdenking van de sterfdatum van Janny. Inmiddels was ik 43 en had ik mijn zus overleefd. Een heel dubbel gevoel. Waarom zij wel. En ik… ik niet? Ik vond dat moeilijk. Raakte langzamerhand emotioneel opgebrand. Ging met lood in mijn schoenen naar mijn werk. Een stressbaan, die me steeds zwaarder viel. En ik baalde steeds meer dat ik nooit ergens écht tijd voor had. Altijd maar rennen, vliegen, draven. Druk, druk, druk. Het putte me totaal uit.
Een tijd van ziekte brak aan. En van bezinning. Wat wil ik eigenlijk met de rest van mijn leven? Ik zat in een diep dal, ging in therapie. Want ik had ook nog last van een veel te groot verantwoordelijkheidsgevoel. Maar de vraag liet zich niet meer wegpoetsen: ‘Wat vind je het allerbelangrijkste in je leven?’ Mijn eigen welzijn, dacht ik, anders zat ik hier niet in therapie. Maar dát durfde ik amper te zeggen. Bang, dat ik egoïstisch gevonden zou worden, en niet aardig.
Toch, denkend aan mijn zus, durfde ik het uiteindelijk aan mezelf bij de kladden te grijpen. Het was echt absurd dat het leek alsof ik mijn werk verheerlijkte als de enige zin in het leven. Dat ik er jarenlang voor een ander was, maar nooit aan mezelf toekwam. Het leven is maar zó kort, dacht ik destijds. Ik ga minder werken. En de financiële consequenties neem ik voor lief. Mijn eigen welzijn gaat voor alles. Mijn tijdperk van alleen maar carrière maken, rennen en vliegen is voorbij.
Een nieuw tijdperk brak aan. Eindelijk meer tijd voor mezelf en voor mijn hobby’s. En meer rust, vooral dat laatste. Daar heb ik het meeste van genoten. ’t Is feest vandaag. Dat zeg ik niet al tien jaar lang - zoals op de kaart werd verondersteld - maar al bijna 12 jaar.
Met de kaart van de ijsvogel in de hand loop ik terug naar de woonkamer. Daar draai ik de kaart weer om. Zie het ouderwets sierlijke handschrift van mijn oude vriendin. Lees haar moederlijke raadgeving: ‘Je hebt de gave. Probeer het. En ik zie met spanning uit naar het resultaat.’ Dat slaat op iets totaal anders. Maar dat doet hier nu even niet ter zake….
Piety Veenema, 16 maart 2010
Reageren op mijn column? Mail naar
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.