DORRE VLAKTE (gastcolumn van Wim)

Mijn woestijn bloeit nog niet,
maar er zit nog wel leven in mijn gazon

Terwijl ik door ons dorp loop, valt me op dat er twee visies zijn op onderhoud van het gazon in droge tijden: sproeien, en niet sproeien. Ik hoor bij de niet-sproeiers. Maar niet van harte.

Wanneer ik vanaf ons tuinbankje naar het grasveld kijk, zingt spontaan het kerklied uit mijn jeugd De dorre vlakte der woestijnen door mijn hoofd. En dat knaagt wat aan mijn dagelijks optimisme.

Niet dat ik moeite heb met deze mooie zonnige dagen. ‘Ik wilde zomer, ik heb zomer’. Nee, waar ik last van heb is niet mijn steeds bruiner kleurend grasveldje. Vroeg of laat zal het wel weer gaan regenen. Dat is vast en zeker is in ons goede land.

Wat knaagt is de vrees dat het ook na de regen niet meer goed komt met mijn gazon. Dat mijn gras dood gaat. Dat ik een verkeerde keus heb gemaakt niet te sproeien. Ondanks de overheid die mij voorhoudt zuinig te zijn met water, ondanks de wijze woorden van mijn schoonvader destijds dat sproeien de wortels van je tuingewas lui maakt.

U begrijpt dat ik anderhalve week geleden die ene dag waarop het regende met blijdschap begroet heb. Geregeld ben ik langs de regenmeter gelopen. Aan het eind van de dag bevatte deze acht millimeter water. Maar wat is nu acht millimeter in acht weken, denk ik?

Mijn ongeloof wordt de volgende dag meteen afgestraft. Terwijl ik in het zonnetje op ons tuinbankje koffie zit te drinken, zie ik dat in 24 uur mijn grasveld lichtjes is begonnen te groenen. Mijn woestijn bloeit nog niet, maar er zit wel degelijk nog leven in mijn gazon.

En tot mijn verbazing merk ik, als ik het klinkerpaadje voor mijn huis uitloop, dat ik moet oppassen waar ik mijn voeten zet, omdat de slakken overal op de paden weer welig tieren. En ik meende nog wel dat deze nijvere beestjes al die weken droogte niet overleefd hadden.

‘Maak je geen zorgen over de dag van morgen’ herinner ik me bekende woorden van Jezus. ‘Let op de vogelen des hemels en de leliën des velds.’ Ik kan vandaag nog dichter bij huis blijven: ‘Let op de grassprietjes in je gazon, en op de slakken der aarde.’

Mijn gazon, ons tuintje, de bomen langs het dagelijks wandelpad die hun bladeren al laten vallen, het is allemaal klein leed. Maar het is met groot leed net zo. Wat ook vast en zeker is in het goede land van mijn bestaan, is dat ik vroeg of laat in de woestijn beland.

Waar het dan op aankomt is of ik dan geloof dat wat ernstig tegenzit, en wat mij zeer te na komt, het einde niet is. Daar zingt dat oude lied ook over:

De dorre vlakte der woestijnen , zal zich verblijden eindeloos,
de zandzee zal herschapen schijnen, want bloeien zal zij als een roos.

Reageren? Mail naar  Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.   of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.