GURBES ROMTE (gastcolumn Wim)

Dan recht hij zijn rug, beginnen zijn ogen te vlammen

 

Het kerkgebouw van de Doopsgezinde gemeente in de regio doet ook af en toe dienst alstheater: Podium Gorter
Langs het pad staat het bordje "kerkdienst 9.30 uur". 
De kerkramen, het klankbord van de preekstoel met daarin een lampje. En de rijen kerkstoelen: tot de laatste zitplaats bezet.
De gemiddelde leeftijd van de theaterbezoekers is hoog.

Wij komen hier voor Gurbe Douwstra. Hij is onlangs zeventig geworden, en viert dit met ieder die dit horen wil. Daar kom ik, drie bouwjaren jonger, graag voor en herken veel van wat hij vertelt en zingt over de herfst van het leven. Hoe najaar en winter buiten steeds kouder worden, en de warme kachel binnen steeds aangenamer. Over de wilde haren die zijn gaan liggen. Over schatten van kinderen en kleinkinderen. Over ‘tijden hebben tijden, maar zo langzaamaan mijn tijd niet meer’.

Zo gaat de middag aangenaam voort. Tot slot zingt Gurbe nog mijn favoriet ‘Lit jim gean Friezen’, en lijkt het concert voorbij. Maar dan blijkt er nog een toegift te komen.

Gurbe vraagt ons allemaal weer te gaan zitten, en vertelt dat hij nog een lied wil zingen over wat hem de afgelopen tijd bezighoudt. Over onze Friese samenleving die verandert, en over de gastvrijheid van de Friezen die niet meer zo vanzelfsprekend is als voorheen.

Dan recht hij zijn rug, beginnen zijn ogen te vlammen, wordt zijn gitaarslag fel, en zingt hij zijn recente song ‘Romte’. Ineens staat daar weer de wâldpyk vol emotie:

 Ea wie dit lân in feil'ge haven, dêr't elkenien ek wolkom wie

Wy stienen klear, de earms wiid iepen en holpen wa't dat needich hie

Der wie ús eins ek neat tefolle, sa sieten wy dochs yn elkoar

Want alles kin at je mar wolle; in iepen hert, in iepen doar

Mij begint het hart in de keel te kloppen. ,,Wat heeft Gurbe een lef” fluister ik tegen mijn vrouw. ,,Een kwart tot een derde van de Friese kiezers heeft bij de afgelopen verkiezingen de keuze gemaakt de gastvrijheid voor ‘vreemd volk’ te verminderen. En Gurbe pleit daar dwars tegenin voor de ‘romte’ die zo bij de Friezen hoort.”

Als mijn vrouw hem na afloop bedankt voor zijn eerlijke en duidelijke geluid, zegt hij eenvoudig: ,,Ik dacht: daar moet ik nu over zingen. Als je zeventig bent, en je houdt hierover je mond, kun je beter helemaal niets meer zeggen.”

Wanneer wij de theaterkerk verlaten, en weer langs het bordje ‘kerkdienst 9.30 uur’ komen, denk ik: Iedere dominee die hier vroeger ooit preekte, zou trots op Gurbes Romte zijn geweest: Wa't romte hat yn hert en holle, hat altyd plak foar elkenien’.


Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.