Gedichten bij foto's

Sinds het voorjaar 2009 maak ik gedichten bij natuurfoto's van mijn oud-collega Auke Valk, bij kunstwerken van mijn neef Erwin Stienstra en bij foto's van Ria Stelling, Henny ter Mors, Jelle Visser en Nelly Buursema.
NB: de genoemde site onder de foto's van Auke Valk (falcko.com) bestaat helaas niet meer.

Op de website www.welkominzuidhorn.nl kun je mij ook vinden. Klik op onderstaande link voor mijn laatste 12 bijdragen, zowel fotogedichten als columns. https://www.welkominzuidhorn.nl/hobby-vrije-tijd/kunst/piety-veenema/
====================================================================================================================================

COMMUNICATIE

Foto Henny ter Mors, www.footo.nl/henny\

 

Nee of ja?
- Hmm…

Wat is het nou?
- Hmm, jája…

Echt?
- Já-ha…

Weet je ’t wel zeker?
- Uhhh, nee…

Dus… je bedoelt eigenlijk nee?
- Ja.

 

Piety Veenema

LICHT

Foto van Auke Valk


Licht…

wil ons bestaan verwarmen

Raak ons met je

stralen aan

Laten wij de liefde delen

En vol hoop

weer verdergaan…

VOOR WIE

Foto Henny ter Mors, www.footo.nl/henny/

Voor wie dit jaar
niet heeft gebracht
wat werd verwacht,
gehoopt misschien

Voor wie de toekomst
zorgelijk lijkt
onzeker zelfs misschien

Voor wie de tijd
lijkt stil te staan
wens ik veel moed
en kracht
om door te gaan...

NA EEN ZWOELE ZOMERAVOND

Foto Piety Veenema

Een uitbreiding van het gedicht "Op een zondagmorgen"
na de hittegolf in augustus 2020


Met de wind in de rug fiets ik door het weidse land
Nog altijd zonder ondersteuning, wel versnelling bij de hand
Met de wind in de rug fiets ik al vanaf half acht
't Is nu bijna kwart voor acht en nog geen fietser die naar me lacht

Wel twee honden in de verte lijken uitgelaten blij
Geen gekwaak meer in de sloten, ’t paarseizoen is al voorbij
En ik zie twee lange oren, fier rechtop, daar, in het gras
En ik denk aan een gedichtje: ‘k Wou dat ik twee haasjes was…

Plotsklaps schrikt de stilte wakker, waan ik mij niet meer alleen
Zelden zag ik zoveel zwermen zwarte vogels om mij heen
’t lijken merels, maar geen spreeuwen, pikkend in ’t gedorste veld
Nee, toch kauwen, met wat meeuwen, zwenkend al weer weg gesneld

‘k Zie drie jongen met ma meerkoet dobberend door het eendenkroos
En een reiger aan de slootkant op één poot, bewegingloos
Zilverreigers bij een rietkraag, drie, vier, vijf! Zo wit, zo licht
En een blauwe tussen melkvee: wadend, spiedend, frappant gezicht

Door het park vol wilde bloemen trap ik naar ons dorp terug
Eldorado van verlangens, ‘k sta stil bij elke houten brug
Met wat wind op de fiets een verkoelende ochtendbries
Na zo’n zwoele zomeravond is dit wat ik het liefst verkies…

OP EEN ZONDAGMORGEN (in juni)

Foto in hotel De Eese

 

Met de wind in de rug

fiets ik door het weidse land

Nog altijd zonder ondersteuning

wel versnelling bij de hand

Met de wind in de rug

fiets ik al vanaf half acht

Het is nu bijna kwart voor acht

Nog geen fietser die naar me lacht

 

Wel twee honden in de verte

lijken uitgelaten blij

Zacht gekwaak klinkt uit de sloten

’t Paarseizoen lijkt haast voorbij

En ik zie twee lange oren

Fier rechtop, daar, in het gras

En ik denk aan een gedichtje: 

‘k Wou dat ik twee haasjes was…